zon, strand en heel veel woeste zee!
Aangekomen op het vliegveld van Tulear pakken we de taxi naar het centrum. Wederom een oude Franse gestripte auto, waar alles bijna aan ontbreekt: binnenkant van de deuren, slot vd deur, hendel voor het raam, hendel van de deur. Eigenlijk bijna alle accessoires ontbreken. Hij krijgt hem aan de praat door twee draadjes tegen elkaar te laten knetteren. Al snel stopt hij, de achterkant is te zwaar beladen. Hij haalt een rugzak uit de achterbak, legt die op de bijrijdersstoel en we kunnen weer verder. Tulear ligt ook aan de kust. We rijden al gauw langs de zee en zijn vieze zand vol afval, zubukarts en een enorme vislucht.
We komen bij ons hostel, waar zeker twintig vliegen ook gebruik maken van het bed, de peuken nog in een als asbak dienstdoende schelp liggen en de wc nog bruin kleurt en geurt. Na een lunch en globale plan de champagne gaan we Tulear bekijken. We nemen een taxi naar de botanische tuin. De beste taxi/auto tot nu toe. Hij ruikt fris en alles lijkt het nog te doen. In de botanische tuin worden we rondgeleid door een gids (bij elk park of bezienswaardigheid is een gids verplicht). We zien verschillende soorten baobabs, een bloedende boom, de aloe suzaenna, een gouden boom, een vervellende boom (daarom ook wel vaza genoemd ;) en diverse cactussen. Veel van de planten en bomen komen alleen hier voor wat het extra bijzonder maakt. Daarnaast zien we de uberschattige en kleinste in zijn soort, de mouse lemur. Met zijn tweeën liggen ze in de kruin van de boom te slapen. We zien ook nog verschillende kameleons in diverse kleuren en maten, een kleine slang en een egel. Na het park gaan we naar "la table".Een miniatuur van de tafelberg in Zuid-Afrika. De klim naar boven duurt 15 min. Ware het niet dat we onbewust een soort ruige shortcut nemen die recht omhoog voert over beweeglijke stenen en door stekelige struiken. Als echte avonturiers bereiken wij toch ongeschonden de top en hebben vanaf daar een prachtig uitzicht helemaal rondom. De begroeiing hier is weer totaal anders, groene lage struiken en met name cactus en vetplantachtige struiken. Duidelijk veel meer het dessertklimaat. We zien de zon ondergaan in de baai en klimmen weer naar beneden. Terug in het hotel nemen we een poussepousse naar een.indiaas restaurant waar we vreselijk veel zin in hebben na al die sidedishes van rijst en legumes sauté van afgelopen tijd. De poussepousse weet het niet echt te vinden en moet het een aantal x vragen. Als we het uiteindelijk vinden, blijkt het gesloten te zien..grrr dat is toch echt even jammer. Wat nu? Zoals we al eerder beschreven is het niet zo dat er dan om de hoek nog een ander restaurant zit. We stappen maar af en lopen wat rond volgens de kaart van de lonely planet. Het is alleen stikdonker en na een half uur lopen vinden we niks anders als verlaten straatjes, een barretje en wat poussepousses op straat. Uiteindelijk nemen we maar weer een poussepousse waarvan we hopen dat hij het weet, hij zegt van "oui, connaisse", maar fietst maar in het rond al vragend aan ons waar het is. Tja, dat weten wij juist niet. In dat half uur fietsen komen we eindelijk een restaurant tegen, waarvan onze fietser enthousiast zegt ici?!! Het was niet wat we zochten, maar halleluja finnally a restaurant! Na anderhalf uur zoeken zijn we er enorm aan toe al hebben ze alleen maar legumes saute we doen het er inmiddels maar mee!
Gelukkig kunnen we couscous krijgen, wat een fijne en welkome afwisseling is.
De volgende dag pakken we om half tien heel decadent een speedboot naar een mooi kustplaatsje Anakao. Met tas en al worden we in een zebukart gehesen en brengen die arme zebu' s ons via het strand door het water naar de speedboot brengt die verderop in het diepe water ligt.
Er staat veel wind en de zee is zeer onstuimig waardoor de speedbooy steeds hard op het water klapt. Onderweg zien we in de verte la table liggen. In het water zijn vele mensen in piroques (houten smalle kano's) op zoek naar vis, sommige zelfs uitgebreid met een lapjesdeken als zeil. Na ruim een uur varen komen we aan in Anakao waar het water direct helder blauw is, met een wit breed strand en houten huisjes aan het strand. Ons hostel bevindt zich ook op het strand en we krijgen een houten hutje gelegen in een mooie tuin. Douchen gaat weer vanuit een emmertje koud water, die steeds aangevuld wordt door onze behulpzame hard werkende medewerker. Achter onze hutjes is verder niks, alleen de kustlijn is bewoond. Het is ook niet.overloaded met duikscholen of touraanbieders. Nog geen bord ervan te vinden. We zien enkel malagassy's die of met hun boten bezig zijn of mango's verkopen. Kinderen laten zich door de golven meevoeren op hun zelfgemaakte houten plankjes. We lopen over het strand en iedereen spreekt ons aan. Vaza, vaza, massage? Bonbon, stilo? We vinden iemand die ons aanbiedt met de boot naar een onbewoond eiland te gaan om daar te snorkelen. Dat doen we maar, aangezien verder maar moeilijk iets vinden is. Voordat het zover is koopt Suzan nog even mango's. De dames vinden het maar al te leuk. Ik bewonder hun geel bekleidde gezichten, waarop ze lachend aanbieden om het bij mij ook te doen. Helaas moeten we alweer gaan..De boot wordt in orde gemaakt, wel vijf man zijn er mee bezig. Aan de smalle, hoge piroque zit aan de zijkant een houten drijver vastgemaakt, de mast wordt geïnstalleerd en het zeil wordt gespannen. Wij mogen vast gaan zitten voordat we te water gelaten worden. De zee is nog steeds behoorlijk en vragen we ons af of we het eiland halen. De drie mannen die meezijn blijken alle vertrouwen in hun eigen creatie te hebben. We komen aan op een nog witter eiland Nosy Vé, met nog blauwer water. We snorkelen bij de great barrier reef. Helaas is het vrij zanderig door de enorme wind en is het door de stroming best zwaar snorkelen, naast de golven die steeds water in je snorkel kletteren. We zien desondanks diverse vissen, zeesterren en zee-egels en tot slot een familie inktvis die al donker kleuren bii het aanzien van onze witte lijven. Na een lunch en nog wat snorkelen worden we verzocht de boot in te gaan, vanwege de steeds zwaarder aantrekkende wind. Het zeil wordt weer gehesen, twee man zitten achter ons en een man staat op de zijboei/ drijver of hoe het ook mag heten. De golven zijn nog wilder en hoger, we houden het dan ook absoluut niet droog. Bij elke klap op de golf slaat er een golf water in ons gezicht en al gauw kunnen we alleen nog maar de tekst "do we survive?" Zingen. De mannen lachen en lijken het een enorme kick te vinden uit hun vele geluiden opmakend als wiehhh, wahaa, yeahh. Al staand op de smalle drijver trotseert onze "mama mia" zingende superman de golven. Wij daarentegen zitten drijfnat, bibberend van de kou en zenuwen schietgebedjes te prevelen met het zout op de lippen. De goden hebben onze gebeden gehoord en we bereiken heelhuids het vaste land. Snel terug naar ons hutje om het zout af te spoelen met een koude douche..brrrr we hebben het al zo koud. We nemen de emmer water mee naar buiten, naar een plek in de zon. Dit helpt maar een klein beetje. Dan maar warme kleren aan en ons opwarmen met een biertje en een potje baby foot. Er staat op het strand een super oude gammele tafel met vierkante ballen, maar we kunnen er op spelen. We lopen er naar toe en een kind spreekt ons aan of we iets voor hem hebben. We zeggen babyfoot? Waarop het kind meteen enthousiast opspringt met twee mannen er direct achteraan!Meteen spelen we met 2 mannen en staat de rest van het dorp te kijken en mee te tellen. De mannen zijn erg fanatiek en doen een dansje als ze scoren! Wat wij uiteraard onder veel gelach van de toeschouwers ook doen. We scoren ook et iets meer ;)De vrouwen gooien steeds de bal in het spel en nemen deze taak ook behoorlijk serieus. Als we daarna ook nog pennen willen uitdelen gaat iedereen los en trekken ze de pennen gewoon uit je hand..Niet alleen de kinderen, de volwassenen trekken net zo hard. Met een moramora overleven we deze attack van gretige, hongerige aasgieren die weken niet gegeten hebben. Hoe in en in schrijnend en triest is het om ze zo te zien vechten om een simpele pen.
Tijd om te eten. En dit keer is het heerlijke homemade spaghetti. Al gauw komen de mannen uit het dorp een voor een bij ons zitten. Allereerst een met een gitaar waarbij de anderen uit volle borst meezingen op de gevoelige noten. Ze nemen allen het zingen heel serieus en zo ontstaat er al gauw een meerstemmig gezang, waarbij wij net zo hard ook een deel voor onze rekening nemen op ons allerbeste malagassy's. Als dank voor hun muzikale toevoeging, bieden we ze rum aan wat ons slechts 60 cent kost per flesje.
De volgende dag moeten we weer vroeg op. Zes uur gaat de wekker en om half acht vertrekt de speedboot weer naar Tulear. De zee is een stuk rustiger. Wat een enorm verschil met gisteren. Nu kunnen we rustig onze natte kleding van gisteren nog ff drogen op de boot. We worden weer opgehaald door de zebu's die ons weer naar het vaste land brengen, waar we direct omringd worden met zeker wel tien mannen met poussepousse die van alles door elkaar heen roepen. Uit de chaos van woorden weten we te onderhandelen over de prijs en moeten we er een uitkiezen. We gaan op weg naar het busstation om daar de taxibrousse te pakken naar Isalo. De start van onze RN7 tour. Tulear is de start van een vd beste en langste wegen van Madagascar en eindigt in de hoofdstad. Het plan is om deze gehele weg terug te nemen naar Tana. Eerste bestemming is dus Isalo.
Uniek Madagascar en zijn vriendelijke Malagassi's
Madagascar is een eiland van ongeveer 1500 km lang en 400 km breed. Het is 2,5 keer zo groot als Engeland en er wonen zo'n 23 miljoen mensen. Sinds 1500 jaar is het eiland pas bewoond. Het is lang in de handen van de Fransen geweest, waardoor je veel Franse invloeden ziet. Allereerst natuurlijk de taal, die iedereen naast hun eigen taal, Malagassy, beheerst. Verder vind je stokbroden, le vache qui rit, le foie gras, oude Franse auto's en jeu de boules.
Het landschap is erg divers. Madagascar kent naast tropisch en droog ook woestijn klimaat. Je vindt er bergen, rotsen, vlakke vlaktes. Van rood zand, tot geel, kaal tot begroeit.
5 % van alle plant- en diersoorten ter wereld vind je alleen hier. Je vindt er geen grote dieren. Grootste wat voorkomt zijn de apen en de fossa. Madagascar kent 400 verschillendeSoorten reptielen, waarvan 92 % alleen hier voorkomt. Het land kent daarom ook vele nationale parken en de meeste diersoorten zijn nu gelukkig ook beschermd. Dagelijks worden er nieuwe diersoorten ontdekt.
Ieder park wat we bezocht hebben heeft weer zijn unieke diersoorten en is qua natuur weer totaal anders. Het verveelt dus nooit en het liefst bezoeken we elk park, maar daar is helaas te weinig tijd voor. Maybe next time ;).
Wij zijn op dit moment in het laagseizoen, het is zomer en tegen het regenseizoen aan. Het voordeel is dat we weinig andere toeristen tegenkomen. Als we al toeristen zien, zijn het eigenlijk alleen maar Fransen. Nadeel kan zijn dat het op sommige plaatsen erg warm is.
Er zijn een paar verharde hoofdwegen, maar het merendeel is zandweg wat soms door regenval erg moeilijk of niet begaanbaar is.
Het is ons tot nu toe nog steeds gelukt om veelal op de lokale manier te reizen, wat een goede indruk geeft van de mensen en het leven in Madagascar. We hebben bijna elk vervoersmiddel wel gehad: de poussepousse, cyclopousse, tuktuk, taxibrousse (busje), gewone personenauto als taxi, 4x4 car, vliegtuig, kano, speedboot, zeilboot en de zebukart en de zeer veel voorkomende benenwagen.
Het volk hebben wij leren kennen als zeer behulpzaam, dienstbaar, vriendelijk, sociaal, zeer verdraagzaam, erg relaxed, erg gericht op menselijk contact, vrolijk en happy. Beetje no nonsense, alles gaat "moramora", op zeer rustig tempo. Je ziet ze hard werken, maar vaak ook uren bij elkaar zitten op de grond. Soms spelen ze jeu de boules, een kaartspel of domino maar veelal zitten ze gewoon te kletsen of aan elkaars haar te plukken.Wat ook gewoon is om te doen is om met z'n allen de krant lezen in de etalage. Er wordt veel gegokt op paarden ( die ze zelf overigens amper hebben).
Als de zon opgaat is iedereen wakker en gaat aan de slag. Hierdoor lijkt het om 7 uur s' ochtends wel 11 uur...als de zon onder is, is ook meteen alles afgelopen en zijn de straten rond 9 uur uitgestorven.
Voor de dames is het mode om je gezicht te besmeren met een soort van klei, gemaakt van de binnenkant van de schors van de tamarindeboom. Dit vermalen ze tot poeder, doen er water bij waardoor er een soort klei ontstaat. Soms hebben ze een mooie tekening, maar meestal is het er gewoon opgesmeerd...niet heel mooi vinden wij..
Verder valt op dat de baby's hier bijzonder warm aangekleed met dikke mutsen, fleecedekens ed. We voelen ons op de meeste plekken erg veilig, niet het gevoel dat je je tas met hart en ziel moet bewaken. Wel zorgen we er zelf voor dat we na 21:00 niet meer over straat lopen, maar bijvoorbeeld een poussepousse nemen. Slechts op 1 plaats aan de kust tot nu toe hing er een andere sfeer in vergelijking met andere steden. Daar werden we nagefloten, toegeroepen met mon cheri inclusief walgelijke knipogen en kusgebaren. In de meeste steden zijn ze het over het algemeen erg beleefd, terughoudend en netjes.
Wat ook opvallend is, is dat het standaard praatje die je veelal in andere landen hoort, hier niet afgestoken wordt: "what is your name, where you from, ohhh Amsterdam, marihuana, van Robben"..wie ze wel af en toe noemen is die ene met die bril...haha Edgar Davids dus wie kent hem niet!Als ze je al aanspreken, is het met de vraag om iets te verkopen. We worden uiteraard wel gezien als de vaza's met geld, waardoor ze wel proberen de prijs te ver(drie)dubbelen. De kleine shopjes aan de straatkant verkopen echter alles voor de normale prijs. Maar daar buiten moet je dus wel onderhandelen. Dit laatste gaat vrij snel. Ze noemen een prijs, wij noemen de "originele" prijs (soms zelfs 1 vijfde van wat ze zeggen) en ze zijn akkoord. De originele is al ietsje meer natuurlijk dan de locals.
Erg corrupte politiek en politie. Velen zijn bang voor de politiek vanwege de maatregelen die ze kunnen treffen. Zoals in eerder verhaal te lezen is, kom je onderweg in bijv. de taxibrousse verschillende politiestops tegen. We zagen altijd wel dat de chauffeur zijn papieren overhandigde, maar wat we niet wisten was dat dat enkel als dekmantel fungeert! De politie checkt namelijk of de chauffeur niet meer mensen dan zitplaatsen bij zich heeft. Maar zelfs al zou de chauffeur zich aan die regel houden, dan vindt de politie altijd wel weer wat anders. Iets wat kapot is, niet goed werkt of een levende kip wat dus wel illegaal is. Maar het wordt allemaal gedoogd als je bij je papieren, geld stopt die de politieman dan stiekem bij zich stopt terwijl hij zogenaamd de papieren checkt.
Rijkdom uitgedrukt in bezit geeft in rangorde de mate van aanzien aan. Zo krijgen de grote, dikke auto's op de weg voorrang. En verwachten de gasten in een restaurant optimale service van de serveerster, die zich erg verdienstelijk en bijna onderdanig opstelt. Zo is het gebruikelijk dat de serveerster het eten aanbiedt met twee handen en hoofd en schouders wat gebogen. Iets geven moet sowieso met twee handen, daarmee toon je respect.
Madagascar kent 18 tribes. Iedere tribe heeft zijn eigen tradities en gebruiken. Hebben vaak hun eigen dialect en zien er soms ook anders uit. Zo heeft de tribe in de hooglanden rondom de hoofdstad een meer Aziatisch uiterlijk, met steile haren. Aan de kust zie je zelfs kinderen met blond kroeshaar of bepaalde tribes die lichter of donkerder van huidskleur zijn. De soort huizen verschilt ook per tribe. Sommige tribes mogen geen steen gebruiken, omdat dat juist voor de tombes gebruikt wordt. Een tombeIs erg belangrijk voor de meeste tribes. Daar wordt dan ook de meeste tijd, aandacht en geld aan besteed, omdat ze vinden dat een tombe een huis voor altijd is en het andere huis slechts tijdelijk is.
In veel tribes geldt hoe meer zebu je bezit hoe rijker je bent.
De malagassy zien de dood als het belangrijkste stukje van het leven. Zij geloven dat je na de dood een machtiger, invloedrijke "persoon" wordt die in staat is om de levende mens dan wel te straffen of te belonen. Door middel van bijv. goede of slechte oogst. So.. better be good to the dead people. De tombes die we her en der zien verschillen ook erg, maar zijn vooral groot en imposant. Veelal zijn familiegraven. De een is net een klein huisje, bij ander graf ligt er alleen een grafsteen. De een beschilderd, de ander versierd met de hoorns van de zebu. Afhankelijk van de tribe en de familie en hoe rijk de overleden persoon was.
De meeste tribes stikken van de tradities en "fady's" (taboe). Zo heeft de Merina tribe de traditie om elke vijf jaar een overledene uit zijn tombe te halen en de botten weer in het nieuw te steken, wat betreft kleding of lijkwade. Deze ceremonie is een feestelijke aangelegenheid met muziek, dansen en de alcohol vloeit rijkelijk. Na zeven rondjes met de botten om de tombe wordt de dode weer terug gelegd in de tombe.
Bij sommige tribes moet de man een zebu stelen om te kunnen en trouwen en het liefste ook daarvoor gevangen hebben gezeten. Dat getuigt namelijk van lef en moed. Bij een andere tribe doen ze niet aan erfenis. Stel een "rijk" man met 100 zebu overlijdt, dan gaan de zebu niet naar de familie, maar worden allemaal geslacht en met de hoorns wordt dan het graf versierd. Aan het aantal hoorns kun je dus aflezen hoe rijk iemand is geweest.
Daarnaast zijn er nog vele taboes die per tribe verschillen zoals: niet zingen tijdens het eten, want dan zou je lange tanden krijgen of al beginnen met eten terwijl de vader nog niet thuis is. Als je zout wilt dan moet je dat met een omweg vragen, bijv. Mag ik iets wat smaak toevoegt?
Nu we toch over eten hebben, zoals we al eerder schreven eten ze hier vooral rijst en vlees. Onderweg bestaat het landschap uit vele fel groen gekleurde rijstvelden. Dit is nog steeds niet genoeg voor de hoeveelheid rijst die ze consumeren en wordt er nog veel rijst geïmporteerd. De belangrijkste exportproducten zijn vanille, koffie, suikerriet, pepers en pinda's.
Wij zijn beide vegetariers en kunnen over het algemeen redelijk slagen, ware het niet dat het veelal dezelfde groenten zijn en de gekookte wortel en courgette wel onze neus uitkomen, evenals die lachende koe...we eten hierdoor voornamelijk spaghetti met tomatensaus..
Wij drinken vooral eau vive en een dagelijkse cola, bij de kraampjes kun je ook een beker limonade kopen, waarna de beker wordt omgespoeld voor de volgende klant.
Prijzen:
Een compleet ontbijt: tussen 2 en 3 euro
Overnachting: 7,50 voor 2 personen
Flesje cola: 60 ct
1 stokbrood: 12 ct
Hoofdgerecht afhankelijk vd plaats: gemiddeld 3 euro pp
1,5 liter water: 60 ct
Biertje: 90 ct tot een euro
Entree park met gids; ongeveer 30 euro
Mora mora in Morandava
Superleuk jullie reacties te lezen!! Vooral blijven doen ;) hier wederom een verhaal voor de koude winterdagen...liefs van ons
Het is zaterdag 21 november, we worden wakker in het kustplaatsje Morandava. Een beetje uitslapen kan eindelijk alvorens we vervolgens om 9 uur op pad gaan voor een ander hostel. In ons huidige hotel voelen we ons namelijk een beetje opgesloten, een raam wat uitkijkt op een muur en er is ook niks bij waar je buiten kan zitten. We lopen het gehele smalle weggetje af wat tussen de mangrove aan de ene kant en de zee aan de andere kant loopt. Het ziet er echt als een strandplaatsje uit, veelal donker houten huisjes. We vinden een veel mooier en gezelliger hostel aan de rand van de mangroves, het terras is half op palen gebouwd ivm het water. We drinken een glas verse ananassap waar we al hard aan toe zijn, na de wandeling van kleine 15 minuten in de nu al warme volle zon. Daarna terug met de tassen wat wenu wel met de poussepouse doen.
We willen een.vlucht nemen van dit plaatsje naar Tulear. We gaan dus op naar het kantoor van Airmadagascar hier in het centrum. Het is best een aardig eindje blijkt en onze cyclopoes heeft het zweet op zijn rug staan. Als we aankomen, lijkt het gesloten. C'est fermé vragen we aan onze fietser, oui zegt hij overtuigend. Tja, wat maakt hem het uit, hij heeft ons gebracht op plaats van bestemming en zijn job goed gedaan. Het is natuurlijk weekend, daar staan we helemaal niet bij stil. Nou maar weer terug met de poussepousse. We stoppen nog bij rastafari Jean om te vragen voor een tour naar een park. Om dit te bezoeken moet je bijna wel een auto met chauffeur huren..het zou ons totaal 60 euro p.p. kosten. Je kan wel met de taxibrousse maar die gaat niet tot aan het park, wat betekent dat je nog vijf km moet lopen. Het is ook nog eens drie uur heen en dan ook nog terug. Mission impossible, helaas want alleen in dit park hebben ze de giant jumping rat, die zo groot is als een konijn en springt als een kangaroe. Maybe next time ;).
We lopen terug naar ons hostel, drie vrouwen lopen in tegengestelde richting. Hè, we kijken nog eens om en kijken elkaar verbaasd aan. De vrouw blijft ook staan en draait zich om naar ons. Het is echt waar, ze draagt op haar hoofd een gigantische vis, van zeker wel een meter lang, vers gevangen waarbij de binnenkant al leeg gehaald is. Het lijkt op een soort van zwaardvis.Haar gezicht is geel geplamuurd met de hippe "tamarindeboompasta". Waarom ook niet.
De middag relaxen we wat en zijn online op zoek naar een vlucht, die wel te verkrijgen is (vliegt alleen op maandag) maar erg in prijs gestegen is en zo goedkoop is de normale prijs al niet. We geven het op en gaan maandag op de bonnefooi naar het vliegveld in de hoop nog een ticket te bemachtigen. Met de taxibrousse gaat niet, want er loopt geen verharde weg. Je kan wel een 4x4 huren wat net zoveel als twee tickets kost maar die er twee dgn over doet. Andere optie is terug naar antsirabe met taxibrousse, maar dat duurt 12 uur en dan zijn we weer waar we al geweest zijn.
Savonds eten we bij rasta Jean, heerlijke spaghetti. Er zou livemuziek zijn..maar ja he..moramora wat om 19:00 zou beginnen, begint nu op zijn vroegst 22:30 en daar gaan we niet op wachten. Omdat het al laat is zijn we op zoek naar poussepousse maar die kunnen we niet vinden, het is maar een stukje en we lopen vast. Een toerist uit ons hostel spreekt ons aan op hoog bekakt Engels: you go walking, i wouldn't even go there, i would take a poussepousse, they are sitting there under the bridge. Gelukkig vinden we dan toch een poussepousse die ons door het donkere, deels verlaten, maar deels ook met mannen die in groepjes zitten, hangen staan of lopen, straatje veilig bij ons hostel afzet.
De volgende dag is het de hoogste tijd om de was te doen. We begeven ons naar de wasplaats, hurken door de knieën voor een grote wasteil en zijn het komende half uur zeker wel zoet. Daarna gaan we naar het strand en weten nog een rieten parasolletje te bemachtigen. Een jongeman, George, die we gister bij rasta Jean hebben gezien zit er ook en spoedigt zich snel met zijn gitaar bij ons om ons te voorzien van wat getokkel en gezang. Helemaal optimaal relaxed. Het zeewater is heerlijk warm en de golven zijn zo groot dat je er bijna zeeziek van wordt. Hier hoort natuurlijk ook een cocktail bij die we bestellen voor 90 cent per stuk. Dat past nog net binnen ons budget! Een glaasje pure rum is zelfs goedkoper dan een fles water.
Wat we hier ontzettend veel zien, zijn blanke oudere mannen met jonge, mooie dames aan hun zij. In ieder hotel of restaurant zijn dat met name de andere toeristen die je ziet. Er is zelfs op een dag een bruiloft gaande, waarbij we de trouwauto voorbij zien rijden met een prachtige donkere dame in een mooie witte trouwjurk, met daarnaast een blanke man van zeker rond de 65.
In een restaurant zien we helemaal een oude man, die moeilijk loopt en zeker ergens in de 80 is met een Malagassy van ergens in de 30. Lekker genieten van je pensioen!
Na een relaxed dagje strand, dagen we George uit voor babyfoot, helaas is die al gesloten. Dan op zoek naar een restaurant, waar we eindelijk wat afwisseling vinden en noodlesoep nemen op het terras op het strand.
Half zeven gaat de wekker en kwart over zeven zitten we met onze tassen in de poussepousse naar het kantoor van Airmadagascar. Dit keer zijn ze open! We vragen of er nog tickets zijn en voor we het weten is het al geboekt en kunnen we over een paar uur al vliegen voor de normale prijs, yes gelukt!! Op naar het vliegveld, we vinden meteen een taxichauffeur die ons met zijn totaal gestripte auto naar het vliegtuig brengt. We komen aan in een kleine hal, waar alles bij elkaar zit en er zeer provisorisch uitziet. We zijn op twee na de enige en er is ook nog geen bedrijvigheid. Tijd voor ontbijt, gelukkig is er een klein barretje open. We vertrekken zowaar op tijd met zo'n 45 anderen, op naar Tulear wat 50 minuten vliegen is richting het zuiden.
deel 2: Tiptoeing over the Tsingy
Vervolg...
Als een bijeengebonden baal stro liggen we op de houten kar die voortgetrokken wordt door twee opstandige zebu's (koe met kamelenbult in nek). Waarvan een zich zelfs weet los te rukken uit zijn tuig. De jongen die meeloopt blijft lieflijk naar ons lachen, alsof hij wil zeggen dat het goed komt. Aan beide kanten slaan de takken ons in het gezicht en moeten we ons goed vasthouden als we door de vele kuilen hobbelen. Onze tassen moeten overgeheveld worden naar een andere kar, om te voorkomen dat ze nat worden bij het oversteken van de rivier. De achterkant van de kar raakt onder water, zo krijgen de arme zebu's wel wat verkoeling. Gelukkig houden wij het droog, op de liters zweet na.
Na nog geen uur hobbelen staat onze 4WD met chauffeur klaar, die ons over de onverharde weg methobbels en kuilen naar de camping brengt. Onderweg kijken we onze ogen uit als we over langgestrekte vlaktes kijken of door droge bossen rijden. De gids legt uit dat de struiken en bomen dood lijken, maar dat ze hier in de zomer juist kaal worden en in het regenseizoen weer gaan bloeien. We komen aan bij de ferry. Over twee smalle ijzeren platen rijden we een houten vlonder op, die gedragen wordt door twee smalle en platte motorboten. Het zijn drie ferryboten naast elkaar, na onderhandeling wordt er een gekozen. Die moet echter nog loskomen van de andere boten. Dat gaat niet zo makkelijk en er zijn heel wat man en twee grote palen nodig om het los te wrikken. Als we los zijn, moet onze ferry zich vrij varen waarbij een kapitein van de andere boot nog net op tijd zijn stuurhutje uit kan vluchten voordat die instort, doordat onze boot zijn dak net raakt. De andere mannen moeten er hard om lachen. De overtocht duurt 45 minuten. Onderweg stoppen we in een dorpje om lunch te scoren, verder dan cake en cola komen we echter niet.
Rond vier uur komen we aan bij onze volgende kampeerplek. Het is bij een roodzanderig terrein met wat bungalowtjes en een restaurantje, waar wij onze tent mogen neerzetten. We hebben schitterend uitzicht op uitgestrekte vlakte met in de verte de rivier. Stromend water is er niet en het is nog steeds erg warm, schaduw of geen schaduw straaltjes zweet lopen van ons lichaam.
In een benauwd, donker douchehokje vinden we enigszins afkoeling met een emmer water, wat afkomstig is van een put verderop. We voelen ons eindelijk weer een beetje schoon, ware het niet dat de handdoek helemaal bruin is geworden na het afdrogen..zo schoon dus. Afdrogen heeft ook weinig zin, daar we direct alweer drijfnat zijn van het zweet. Echt verkoeling vind je niet echt ergens, drinken komt ook uit een koelkist die enkel in de avond slechts vier uur van stroom wordt voorzien door een aggregaat. In de schaduw is het net zo warm..het maakt eigenlijk niet uit wat we doen, waar we zitten, continue word je bevangen door de hitte.
Avondeten doen we in het restaurant. Stroom is er slechts vier uur in de avond, in die tijd krijgen we nooit alles opgeladen. Alles is helemaal leeg na vier dagen geen electriciteit, dus dat vergt efficiënt opladen. We gaan op tijd de tent in, waar het uiteraard warm is.
Na wederom een zweterig, warme nacht, waarbij snachts de honden vechten en hanen weer beginnen te kraaien staan we om zes uur op. Half zeven rijden we weg. Op weg naar de het nationaal park de Tsingy. Na twee uur rijden komen we aan bij het park. Het is nu al zo ontzettend warm dat we al drijfnat zijn na een paar passen. De gids kan goed Engels en legt veel uit. De Tsingy is een rotsformatie wat zich eeuwen geleden al heeft gevormd en een gebied van 250 km bestrijkt. Tsingy betekent tiptoeing. De rotsen hebben stekelige en scherpe punten, uitgesleten door water. Het heeft lange tijd onder zeepeil gestaan wat de nu zo unieke vormen geeft. Het verhaal gaat dat het eerste volk van Madagascar in dat gebied middels tiptoeing het gebergte overstak en zo komt het dus aan zijn naam. We zien al snel diverse vogels en de bruine lemur. Het is een behoorlijk pittige klim wat we van te voren niet wisten, gelukkig wel op voorbereid zijn en superleuk vinden. Maar zo krijgen we bijvoorbeeld een bergbeklim-outfit/ harnas aan. We klimmen zo'n 16 meter omhoog tegen het gebergte, gaan door smalle paadjes, klimmen over rotsen, lopen via grotten en gaan kruipend onder rotsen door om bij uitkijkpunt te komen. dat geeft een fantastisch uitzicht over de limestones, grijze grauwe en grillige rotspunten.
Af en toe moeten we onze rugzak af doen om door smalle spleten te gaan. Waarbij de gids aangeeft dat dit met Amerikanen niet kan, die zijn altijd dik volgens hem. Er hebben wel eens mensen vastgezeten die niet meer verder konden of mensen die ze überhaupt niet toelaten in het park. Via een houten loopbruggetje over een kloof van tien meter diep lopen we naar ons volgende uitkijkpunt. Het is zo warm dat het moeilijk uit te houden is op de uitkijkpunten. Op de terugweg komen we nog de witte sifaka tegen. Supercute! Om twaalf uur zijn we klaar.
Supermooi maar hete tocht en we snakken naar een koud drankje, verkoeling en lunch. Na even rijden komen we in een stoffig, droog en warm dorpje. We kunnen in de schaduw zitten, maar maakt het niet minder warm. Er is ook nergens stromend water. Wel lunch, brood met ei en bonen in kokossaus met lauwe cola. Met als toetje mango, heerlijk! Suzan kan er geen genoeg van krijgen, maar je handen zitten vervolgens wel onder en zonder stromend water in deze hitte is het plakken geblazen.Het toilet bestaat uit een houten raster op de grond..zonder ook maar enig water. Gelukkig is er na even vragen een bekertje water beschikbaar om even de handen te wassen.
De warmte maakt het zwaar, vooral omdat je nergens kan afkoelen. We voelen ons net een zwerveling in the dessert in de verzengende hitte op zoek naar een oase waar dan ook.
We zien dan ook erg op tegen weer een avond kamperen in de tent op die droge, zanderige camping zonder stromend water en gooien de plannen om. Angelo, de tsingygids en de driver zijn erg flexibel en behulpzaam en stemmen ermee in om vandaag al een heel stuk van morgen te rijden waardoor we in een hotel kunnen slapen.
Voordat we dat gaan doen, bezoeken we eerst nog de little Tsingy. Eerst weer een stukje bos, waar we weer diverse vogels spotten zoals de witte en rode paradijsvogel en de Madagascar cookal. Wederom gaan we door smalle rotsspleten, op de buik in the cave onder de rots door, klimmen we door het tsingy "raam" en tegen de rots omhoog voor de beste views.Aan het eind van de wandeling zien we een groepje bruine lemuren. Een daarvan kijkt naar ons en meteen zetten we in: hello? Is it me you looking for? De tsingy gids maakt geluiden om de lemur te triggeren. Al improviserend zingen we met angelo verder: are you somewhere feeling lonely or is someone disturbing you, is it someone with a blue bag, somewhere with a beard...i want to tell you so much..i like you. Onze tsingy gids met blauwe rugtas en baard blijft onverstoorbaar gefocust op zijn job, terwijl wij ondertussen de grootste schik hebben.De lemur heeft ons ieder geval wel gehoord en maakt een zeer bijzonder geluid, het geluid van een lachende baby!De wandeling duurt een uur.
Om vier uur stappen we weer in de auto waar we met de ferry eerst weer de rivier oversteken. De zandweg is beter geprepareerd en met 80 rijdt onze behendige chauffeur er over heen, een grote stofwolk achter ons latend. Net voor het donker zijn we aangekomen bij het hotel. Goed getimed, want in het donker zijn die kuilen in de weg toch lastig te zien. Er is electriciteit en stromend water, ook al doen beide het maar af en toe. Het licht valt namelijk geregeld uit en water uit de kraan is ook sporadisch. Maar dit is voor ons inmiddels al vet luxe. Überhaupt een wc hebben bij je kamer is fijn, een bakje water uit de emmer over je heen gooien in een douchebak is ook fijn. Je camera op kunnen laden is ook fijn en wat helemaal luxe was, was de ventilator die het toch nog wel ondanks uitval zo'n 65 % van de nacht het heeft gedaan.
Wat we veel onderweg in de dorpjes zien, is tafelvoetbal. Dus uiteraard dagen we onze gids uit voor een potje. Alleen 's avonds is het veelal gesloten dus staat het gepland voor morgenochtend wat nu mooi kan, omdat we extra tijd hebben. Tijd om te eten en voor echt koud drinken.
'S ochtends kunnen we een beetje uitslapen, wat nog steeds niet goed lukt, omdat we zo gewend zijn vroeg op te staan. Na een fijne, doch koude water uit emmer douche zijn we klaar voor ontbijt. Na het ontbijt is het dan tijd voor BABYFOOT! Angelo heeft al een tafel gevonden in het dorp, we komen aan en er zijn twee mannen al aan het spelen die meteen stoppen voor ons. We gaan samen tegen hen, het is een vet spannend potje 1-0,.1-1, 2-1!! We hebben ze ingemaakt en beiden druipen af zonder nog maar iets te zeggen hihi.We spelen nog tegen en met angelo die fanatiek meezingt op liedje die toevallig come on angelo zingt. Hij gaat helemaal los en voor het eerst zien we onze 23-jarige gids even ontspannen en echt lol hebben. Hij neemt zijn taak namelijk erg serieus, is erg dienstbaar en regelt alles. Staat er steeds om je te helpen, sjouwt de tassen, vindt het vervelend als we dat zelf doen, zet onze tent op, legt steeds dingen van te voren uit wat we gaan doen en is er gewoon steeds als je iets nodig hebt. De mannen komen af en toe nog kijken en meespelen. Het is een in ieder geval al een hele happening:vaza's en ook nog vrouwen aan de tafelvoetbal.
Daarna lopen we naar het graf van de koning. Het is een stenen huisje met een houten hek erom heen. Het is een heilige plaats wat betekent dat je er niet naar mag wijzen. Traditie is dat de koning om de vijf jaar uit zijn graf gehaald wordt, dat wil zeggen ze nemen de botten van de benen en armen en nemen deze acht botten mee naar de rivier. Het hele dorp is bij deze ceremonie aanwezig en het is dan een groot feest met muziek en drank. De eer om de botten te dragen behoort toe aan de familie van de koning. Ze wassen de botten in de rivier en leggen ze daarna vervolgens weer in de kist. Op deze dag wordt het huisje/ graf ook schoongemaakt en weer opgeknapt.
Om 13:00 gaan we weer op weg met onze 4x4. Onderweg stoppen we bij tombes. je mag hier overal waar je maar wil een tombe plaatsen. Dit zijn grote vierkante, witte, stenen graven..van zo'n twee bij twee en een meter hoog. De tombe is beschilderd met tekeningen die te maken hebben met het leven van die persoon. Zo zie je op een tombe twee vrouwen staan, wat betekent dat deze man twee vrouwen heeft gehad. Je kan verder zien dat hij visser is geweest. Ze plaatsen de naam van de overledene op het graf maar geven ook een nieuwe naam die refereert aan iets uit zijn leven. We rijden verder en na een uur zien we al steeds meer baobab bomen ver boven al het andere gewas uitsteken, een mooi gezicht!
Uiteindelijk komen we uit bij de sacred baobab. Een boom zo dik, waar je met acht man als een ketting omheen kan staan. De boom is 600 jaar oud. Deze boom is heilig omdat er een keer een vrouw niet zwanger kon raken. Zij richtte zich tot deze boom, sprak haar wens uit en deed de belofte aan haar dorpsgenoten dat ze een zebu zou offeren mocht ze zwanger raken. Elke dag bad ze bij de boom. Jaren later werd ze zwanger, offerde een zebu en het bloed van de zebu werd rondom en op de boom gesprenkeld. Sindsdien is deze boom heilig verklaardWe rijden weer verder en komen bij de lovebaobab. Een boom met twee stammen in elkaar verstrengeld. Het is nog een klein stukje naar de bekende avenue de baobab. Een zandpad met daarom heen een heel aantal gigantische baobabs. Het verhaal over de baobabs is dat God ze neergezet had in een vochtige grond, toen gingen de baobabs dood. Als straf heeft God de bomen toen op de kop geplant, waardoor de wortels nu in de lucht steken.De baobabs groeien erg langzaam, een kweker heeft er 30 jaar over gedaan en toen was de boom slechts een meter hoog. Ze planten zich moeilijk voort en gedijen alleen in droge gebieden. De baobab komt verder alleen voor in Afrika en Australië. Er zijn 8 soorten baobabs waarvan 7 soorten in Madagascar voor komen en zes uniek zijn. de boom geeft elk jaar weer nieuwe vruchten. Een soort kokosnootachtige uiterlijk, bruin en rond maar dan veel minder zwaar en met een suède achtig velletje. Dat moeten we natuurlijk proberen, je breekt de vrucht en komt dan droog, wit, fluweelachtig en zacht vruchtvlees tegen, in het vruchtvlees zit een soort van noot wat ook als zodanig smaakt. Het vruchtvlees proeft een beetje als een tamarinde. Jiska probeert het in de hoop deze vrucht wel lekker te vinden, maar helaas ook dit fruit vindt ze niet te pruimen in tegenstelling tot Suzanne die lust er wel rum van. Wat ze uiteraard ervan maken..maar ja, als er alcohol aan toegevoegd wordt lust Jiska het natuurlijk wel!
We bewonderen de ondergaande zon die langzaam achter de baobabs wegzakt.
We stappen in de auto voor het laatste stukje..nog even een zandpad voordat we weer op een geasfalteerde weg komen. Het is donker als we het plaatsje aan de kust Morandava komen. Het hotel is ook donker, uiteraard is zojuist de stroom uitgevallen, but..what else is new, we kijken er niet meer van op!
Er staat hier ietsje meer wind en je ruikt de zee en de vis. Niet dat het meteen minder warm is, want dat blijft. We eten voor de laatste keer samen met angelo in een restaurant met livemuziek. Nemen daarna afscheid en zoeken ons hotel op.
The end of our 6 day tour.
Sail away on the Tsiribihina river
SALAME!
Zondag 15 november beginnen we aan onze zesdaagse tour. Door jean claud zijn onze tassen afgeleverd bij de touroperator. Daar staat Lanto ons op te wachten met onze gids Angélo en drie poussepousses afgeladen met campingspullen en eten. Op naar het busstation, onderweg zit de stemming er al goed in en wordt er vanuit de verschillende pousses in koor gezongen. Dit zet zich voort op het busstation waar we de taxibrousse pakken naar andrifaso. Uiteraard moeten we nog twee uur wachten tot de bus daadwerkelijk vertrekt. We vullen onze tijd met zingen, slap geouwehoer waarvan we denken dat de gids ons nu al zat is ;). Vijf minuten voor vertrek komen we erachter dat er gewoon een tafelvoetbal staat..grrr daar hadden we graag onze tijd mee gevuld! We zitten voorin, deze bank is beter, hetende medepassagiers welkom als ware een echt schoolreisje en spelen poppenkast met Melman vanachter onze stoel naar de achterbank. Dat worden een lange zeven uur (met name voor onze medereizigers ;).
De omgeving is prachtig, we rijden door wat droog en kalig gebergte, waarbij het dal soms fel afsteekt met zijn talloze kleuren fel groen. Het is duidelijk wanneer er een rivier in de buurt is, daar de omgeving dan direct verandert in tropisch groen. De weg kruipt eindeloos kronkelig voor ons uit en voor uren kom je geen andere weggebruiker tegen. Wel zit de weg vol gaten waar de chauffeur behendig om heen manouvreert. De chauffeur neemt zijn tijd, stopt in het dorp even als hij een bekende ziet. We passeren ook nog 5 politiecontroles.Onderweg stoppen we in een dorpje voor de lunch. Er is echter niet iets vega te krijgen, dus opent onze gids ons kampeerrantsoen en krijgen we stokbrood met kaas. Als we weer gaan wordt er op het laatste moment een kip ingeladen achterin de bus met zijn poten bij elkaar gebonden. Vet zielig. We gaan weer op weg. De zon staat volop de voorkant vd bus en het is al behoorlijk warm..maar achter glas duurt het niet lang of we voelen ons al gauw als een oververhitte motor die we koelen met water, die zo warm als thee is geworden. Om zeven uur komen we in het donker aan in ons hotel in Andrifaso, wat "waiting for wife betekent". Wij zijn meer "waiting for electricity", want die is bij aankomst direct uitgevallen. Met kaarsen redden we ons in de slaapkamer, die aanvoelt als een sauna, zo warm. Het lijkt hier wel tien graden warmer dan antsirabe en savonds koelt het dus totaal niet af. In het donker vinden we ons weg naar beneden het restaurant en bestellen we rijst en spaghetti, terwijl we vergezeld worden door een gigantische bidsprinkhaan. Na een douche, (lees: koud dun straaltje) duiken we vroeg ons bed in.
De volgende dag staan we namelijk om 5:15 op. Er is geen water, dus even behelpen met de lenzen indoen. Gelukkig hebben we gisteravond al gedoucht, alhoewel het nu ook geen overbodige luxe was geweest na een zeer warme, zweterige nacht. Het ontbijt staat al klaar, gebakken ei, stokbrood en tomaat. Onze gids is er ook klaar voor en stelt ons voor aan de kok die ook meegaat. Met een 4x4 truck gaan we op weg. Eerst nog een stukje verharde weg wat ons door helder groene, tropisch en bergachtige gebied brengt, voordat we het zandpad nemen. Omdat de muziek hapert, ondanks meerdere malen een liefdevol klapje toegediend te hebben, bieden wij onze mp3 speler aan. Op manou chao rijden we eerst een stuk over heuvels, kuilen door mooi gebied alvorens we als koninginnen onthaald worden in een dorpje. Vrouwen, kinderen zitten bij elkaar op de grond voor hun rieten hutje. Iedereen zwaait, met een bigsmile en roept vaza (witte) en komen rennend uit hun hutjes. We voelen ons net de koningin, wat totaal niet prettig voelt al schaamtevol zwaaiend uit onze cabine vd truck.
Vervolgens komen we aan bij de boten (lees: uitgeholde boomstam van 50 cm breed, 50 cm diep en zes meter lang. Onze bagage wordt ingeladen en dient evenals ruggensteun. Als bonus krijen wij als vazas een kleurrijk parasolletje. Na wat opstartproblemen (zandbanken, weer eruit, door water waden, weer erin en nog een keer eruit) zijn we eindelijk op weg. Het is acht uur.
In de boot zijn aanwezig ehh wij, onze gids Angelo en twee bootmannen die peddelen. Tussen de benen van een bootman is gewoon een bbq geïnstalleerd, how bizar. Die ook al volop brandt. We reizen samen met een tweede piroque (kano) waar een canadees stel inzit met hun gids, twee bootmannen en onze gezamenlijke kok, die je makkelijk herkent aan zijn bigbelly, zoals een goede chefkok het betaamt. Onze 4-sterren Michelin chefkok begint al varend aan onze lunch. De aardappel en wortelschillen laten hun sporen achter in het water. Tijd om te relaxen. We leunen achterover, denken aan eenieder die nu aan het werk is en verkeren al gauw in zenhouding. Het kabbelende water, de brandende zon en het monotone geluid van het gepeddel maakt dat we af en toe indutten. Echter genieten we nog steeds volop van het landschap, de dieren onderweg (witte uil, vogels, schildpad, kameleons en reigers) in tegenstelling tot onze canadese vriend die de gehele weg heeft liggen slapen onder zijn parasolletje. We lunchen in de boot die even overgeheveld wordt vanuit de andere boot. Een overdadig bord vol salade en brood met als toetje banaan.Halverwege de middag horen we ineens gekakel komen vanuit de andere boot. Die kip! Die kip vanuit de bus was dus bedoeld voor ons en zit al de hele dag ergens in de boot. Jiska vangt net een glimp op van hem, als hij even zijn kop omhoog steekt. Arme kip :(
Onderweg zingen we veelvuldig met angelo, favoriet: ed sheeran en lionel richie met hello) dat laatste werd onze veelgebruikte zin. Zo waren in de andere boot drie man aan het bellen met slecht bereik, waarop wij lionel inzetten: "hello? Is it me you looking for?". Angelo heeft muziek op zijn telefoon, maar beide boten hebben ook nog een portable radio op zonne-energie waardoor we ook kunnen genieten van de malaggasy muziek.
Na acht uur peddelen komen we aan bij een cascade waar we eerst nog een hele familie lemuren zien (met baby's!)
We trekken snel onze bikini's aan ( onder toeziend oog van onze gidsen en bootmannen...) om vervolgens te kunnen genieten van een heerlijk plonsje. De laatste douche van de komende dagen! Na de verfrissende duik, die erg welkom is na 8 uur volle zon, gaan we snel verder op weg naar onze slaapplek. We komen uit bij een strandje in the middle of nowhere waar Angelo behendig ons tentje opzet en inricht met matrasjes. Voor de wc lopen we 50 meter verder (uit zicht), graven een gat en gooien die naderhand weer dicht. Er staat al snel een biertje met rum en chipjes voor ons klaar. De rum is zelf gemixt met zoete melk en ananassap en hebben we vanmiddag ook al als verrassing gekregen.
Het eten volgt ook al snel, eerst een noodlesoep wat eigenlijk al meer dan genoeg is. Echter even later komt er een bord friet achteraan. Erg lekker, maar het eten wordt verstoord door een plotselinge regen van bugs. Zij komen op iedere vorm van licht af en zijn met zoveel dat we moeten vluchten naar de tent. In de tent doen we een zaklamp aan en het lijkt wel alsof het regent! Alle lampen uit en weer naar het strand. De canadezen blijven binnen maar wij hebben nog heel veel vragen voor de gids..bovendien is de rum nog niet op.. het lijkt al ontzettend laat als we onze tent inkruipen, maar het blijkt pas 21:00.
Om zes uur worden we door Angelo met een pan en lepel wakker gedrumd na een goede maar warme nacht slapen. Waarbij we al vrij snel in de avond de buitentent eraf getrokken hebben. Het ontbijt staat al klaar op ons rieten matje. Onze gebakken eitjes liggen al ongeduldig op ons te wachten, tezamen met het geroosterd stokbrood. We wassen onze handen in de rivier om onze lenzen nog enigszins schoon in te doen. Om half zeven gaan we weer de rivier op met onze boomstam. De muziek gaat weer aan en de favorieten komen weer voorbij en zo zitten we al zingend om 7 uur in de nu al warme zon glijdend over het kalme water.We stoppen na een uur bij een dorpje die we gaan bekijken. Kinderen komen naar ons toe gerend en vragen om bonbon of cadeau en willen onze handen vasthouden. Onze zorgvuldig en lang meegesleepte pennendonatie van Mathijs besluiten we hier uit te delenBinnen notime staat het halve dorp om je heen en worden de pennen uit de handen getrokken door talloze kinderhandjes maar ook volwassenen. De gids neemt het van ons over en de rest geven we aan het schooltje, waar de kinderen braaf voor ons gaan staan en zitten. Het voelt als aapjes kijken en de onderdanige houding die ze aannemen ten opzichte van ons maakt het zeer ongemakkelijk en geeft een nare bijsmaak. Begeleidt door de kinderen gaan we weer naar de boot.
Het is bloedheet, er staat geen zuchtje wind en we zitten volop in de zon. Het parasolletje geeft weliswaar wat schaduw, maar creert ook een broeikaseffect. Lunchen doen we dit keer aan de kant, onder een grote mangoboom. Het is het seizoen van de mango's. Het land staat vol met bomen en de heerlijke zoete mango's zijn er in overvloed en zelfs te plukken.
De lunch bestaat dit keer uit salade,Spaghetti met kerrie en als toetje ook nog eens een bak fruit met zoete melk. De salade op zich was al genoeg voor ons. Tijdens de lunch worden we vergezeld door kinderen uit het dorp die op een rijtje naar ons zitten te kijken en uiteindelijk onze leftovers opeten. Onderweg zien we weer enkele kameleons en diverse vogels. Papegaaien vliegen geregeld over en zijn van ver te horen. De omgeving verandert steeds, van paradijselijk, naar bergachtig, hoge rotsformaties of uitgestrekte droge vlaktes. We zien de eerste baobab bomen en zien vleermuizen hangen in de spleten van een rotswand. Aan het eind van de dag komt er pas wat wind, wat het erg zwaar maakt voor de bootmannen. De peddel wordt ingeruild voor een lange stok en bijna aan het eind stappen er vast twee uit die het laatste stuk lopen.
We zijn aangekomen bij onze slaapplek. Wederom een zandbank naast de rivier, tegenover de rivier zijn rotsen en hoge begroeiing vol met papegaaien. Het is bloedheet en Jiska heeft zelfs inmiddels een zonnesteek opgelopen. We zoeken verkoeling in de rivier waarbij we van onze gids niet verder mogen dan de rand, ivm krokodillen. Ook mogen we niet te lang, waarom weten we niet goed. Daarna zoeken we de schaduw op, op zo'n 100 meter verderop onder de tamarinde boom en weten we nu waarom we niet te lang in het water mochten zijn en hierheen moesten..ze hebben de kip geslacht voor het avondeten.
Onder de boom is het redelijk uit te houden. Jiska spot zelfs nog een Kameleon ondanks haar beroerde toestand. Kinderen uit het dorp komen kijken en erbij zitten. Ze vragen naar onze naam en willen vooral van alles hebben. Erg blij zijn ze met een lege waterfles, omdat ze daar van alles in kunnen bewaren en vervoeren zoals bijv. honing, suiker.
Een meisje trommelt met haar hand op haar been. Suzan trommelt mee en alle kinderen doen spontaan mee en doen alles na wat Suzan doet en zo ontstaat er een geïmproviseerd en spontaan superleuk muzikaal momentje.
Natuurlijk is de kip niet voor ons, wij krijgen fusilli met mais, vervolgens nog een vol bord groenten en als toetje geflambeerde banaan. Dit keer besluiten we te eten in het licht van de maan, wat direct minder bugs oplevert. Ook dit keer krijgen we de look a like pina colada en een biertje. De mannen hebben aan de overkant hout gesprokkeld en 's avonds wordt er een kampvuur van gemaakt. Uit de speakers klinkt traditionele malagassy muziek en wordt er rondom het kampvuur gedanst. Achterelkaar aan dansend verzint de voorste de dansmove en doet de rest dit na. Het voelt al na middernacht als de avond om 22:00 afgesloten wordt. Helaas niet voor Jiska die al veel eerder het bed moest opzoeken, omdat ze ziek is.
Om half zeven zijn we zelf al wakker. Al vroeg hoorden we het vrolijke getwetter van de papegaaien. Tijd voor een douche, gewapend met een stuk zeep en shampoo gaan we op weg naar de rivier. Het voelt schoon, ondanks dat het water van de rivier een bruin laagje achter laat op onze huid. Na het ontbijt is het nog een uur varen en spotten we nog drie kameleons. Vervolgens bieden ze nog een lunch aan de kant aan, die we amper tot niet wegkrijgen zo kort na het ontbijt. Dan is het tijd om afscheid te nemen van de bootmann en van de kok en staan de zebu's al geduldig te wachten om ons verder te brengen.
To be continued...
Op pad met Snoopdogg, Jean Claud en Billy in antsirabe
Na eindelijk een goede nacht slapen, rustige ochtend en een fijn ontbijt gaan we vandaag allereerst op zoek naar een touroperator voor onze rivercruise. Na een aantal keer de straten doorgelopen te hebben kunnen we het nog steeds niet vinden. Wel zien we onze allereerste kameleon..gewoon in een boom op straat. Supertof!
We gaan de markt maar opzoeken mogelijk hebben we daar meer geluk. Daar kopen we mango en maken we kennis met de rode mango. Een stuk kleiner en met nog meer smaak a la passievrucht een beetje. Maar nog steeds geen touroperator te vinden. Het is namelijk niet zo toeristisch dat dat allemaal aangegeven staat of overal in de straat kantoortjes zitten. Juisthelemaal niet. Op die manier is Madagascar niet ingericht op toerisme oftewel het word je niet makkelijk gemaakt. Maar dat is de uitdaging. Wat we wel hebben is een adres.
We vragen een poussepousse. Er zijn drie soorten poussepousse. Je hebt allereerst de loopkar. Een zitbakje voortgedragen door een man, die je al rennend (vaak op blote voeten op het hete asfalt) op plaats vanbestemming brengt. Vervolgens heb je de upgrade daarvan en dat is de cyclopousse..de loper is dan vervangen door een fiets en zijn fietser, ook wel bekend als rickshaw. Als laatste de gemotoriseerde poussepousse ook wel bekend als tuktuk. Wij hebben bedacht om een loper te sponseren zodat hij hopelijk snel kan upgraden. Als we even lang stilstaan op straat komt er al gauw iemand die een belachelijk prijs geeft.Adres kent hij ook niet 1-2-3 en al gauw staan er zes andere mannen met hun vervoersmiddel omheen. Eentje daarvan denkt het wel te weten en we stappen bij hem op. Het is een fietser, dat wel.
Hij is een lookalike van Snoopdogg, met zijn vlechtjes, wollen pet en dikke zwarte jas. Wij hebben het in ons hempje al warm genoeg en hoeven nog niet eens te fietsen. De beste man gaat direct fris van start en recht op zijn doel af. Het lijkt een behoorlijk eind fietsen. Hij blijkt uiteindelijk richting busstation te fietsen, maar daar hoeven wij helemaal niet heen. Hij stopt en geeft met "attendez" aan dat we even moeten wachten. Hij gaat het even vragen en na enkele minuten gaan we weer op weg. We fietsen de lange straat vol marktkraampjes weer helemaal terug. Hij vraagt het nog eens en nog eens. Iedereen kijkt behulpzaam mee naar het adres op het papier, maar wijzen steeds weer een andere kant op. De beste man blijft volhouden, fietsen, vragen en weer fietsen. We gaan uiteindelijk van de weg af en komen op een smal zandpaadje met soms diepe kuilen, waar wij gebaren toch even af te stappen en stukje te lopen, anders is het al helemaal geen doen voor de al aardig zwetende Snoopdogg. We lijken in de buurt te komen, omdat het nummer van het adres in de richting komt van waar we zijn. Alleen zijn we in een soort van afgelegen villawijk belandt, de laatste plek waar je een touroperator zou verwachten. We gaan te voet verder, omdat fietsen lastig wordt. We komen steeds dichter bij het juiste nummer, 1116 E 132. Na nogmaals vragen en zoeken, geven we het op. We zijn al anderhalf uur verder en onze fietser doet nog steeds zijn uiterste best om ons van dienst te zijn. We vragen hem om ons naar het hostel te brengen om zo toch een soort van goed aflevergevoel te creeren. Na vijf minuten zien we ineens een bord van een andere touroperator en tien minuten later zijn we dan eindelijk in gesprek over onze rivercruise, een opgeluchte, bezwete doch tevreden Snoopdogg achterlatend.
De riviertocht duurt zes dagen met vele highlights en is snel geboekt. En zo gaan wij ook opgelucht, bezweet en tevreden terug naar ons hostel.
Inmiddels is het donker en zijn we de hele middag kwijt geweest aan zoeken en boeken. Op naar de volgende zoektocht..een restaurant. Het is donker op straat, er zijn nog enkele verkopers actief die hun aanbod schoenen op een hoop op de stoep uitgestald hebben. Restaurants, eettentjes zijn schaars,De malagassy's maken daar geen tot weinig gebruik van, ze eten thuis of bij een klein loketje op straat waar ze voornamelijk iets van gegrild vlees verkopen. Uiteindelijk vinden we een vietnamees restaurant die druk bezocht blijkt te zijn met de welvarende malagassy's, waarvan een ons helpt bij het bestellen van een vega maaltijd.
Terug in het hostel nemen we nog een drankje aan de bar waar we aan de praat raken met de eigenaar Billy, de broer van en de broer van. Een grote familie. Het gesprek is een mix van Engels en Frans. Ze gaan uiteindelijk nog naar een karaokebar en vragen of we mee gaan. Duh! Uiteraard willen we het uitgaansleven van de malagassy wel eens ontdekken.
En wat een belevenis is het. Binnen zijn diverse zitjes, hoge tafels of lage zwart leren zitjes. In de hoek zijn er mensen aan het poolen en de dansvloer staat vol. Niet zo gek op het eerste oog, totdat we beter naar de dansvloer kijken en zien dat iedereen met zijn neus richting de spiegel naar zijn of haar eigen gedans kijkt. De vrouwen zijn best schaars gekleed, korte rokjes, jurkjes en hotpants met laag uitgesneden topjes, waarbij soms de bh gedeeltelijk zichtbaar is. Met name de dames staan op de eerste rij voor de spiegel met hun heupen te wiegen. De mannen staan daarachter in de hoop om hun lichaam heen en weer wiegend tegen de rug van de vrouw te vleien.
Onze tafel is gevuld met flessen rum, cola en tonic. Rum wordt veel gedronken in Madagascar. Wij wagen ook een danspoging op een bekend dansnummer. Maar uiteraard vrij bewegend, gebruikmakend van de gehele dansvloer en niet naar de spiegel kijkend.De mannen weten zich geen raad met deze onafhankelijke vrije dans en hun verwoede pogingen samen te dansen mislukken al snel. Wij hebben de grootste schik en ontdekken dat we al snel meer ruimte krijgen, aangezien de dansvloer steeds leger raakt, haha.
Van karaoke hebben we nog niks gezien, maar uiteindelijk worden er toch wat gevoelige noten gezongen.
De volgende dag lijkt iedereen in het hostel al te weten dat we naar de karaoke bar zijn geweest en vraagt de eigenaar lachend of we een kater hebben. Om 9:30 staat Jean Claude voor ons klaar. Hij is een loper met de poussepousse. Het is gebruikelijk om jezelf een naam te geven, die natuurlijk staat voor snelheid of kracht. We checken uit en beginnen aan onze zesdaagse tour. Om de toch al wat op leeftijd zijndeJean Claude niet teveel te belasten, leggen we alleen onze rugtas op de kar en lopen we zelf met hem mee.
We are excited! Maar dat wordt wel een klein beetje boel overschaduwd door het verlies van een dierbare, waar inmiddels een hechte band mee was opgebouwd. Marty, onze zwart/wit gestreepte reisgenoot, de grote vriend van Melman. Onze chaotische, grappige druktemaker hebben we onderweg verloren. Zeer waarschijnlijk achtergelaten in moramanga. It will never be the same again.
Are we there yet?
Het is vrijdagochtend, uitslapen is er wederom niet bij, gezien talloze hanen die hier om vier uur beginnen te kraaien en honden die nonstop blaffen. Geen wonder dat de Malagassy's hun dag om vijf uur beginnen! Vervolgens besluiten de werkmannen om vanaf 7 uur de gesloopte kamers onder ons weer op te bouwen en horen we een monotoom, ritmisch gebonk, terwijl we langzaam, monotoom en ritmisch ons bed uit trillen.
Ons ontbijt vinden we in een klein lokaal restaurantje aan de straat. Ze biedt ons diverse soorten vlees aan. Dat is namelijk het voornaamste wat ze hier eten. Een malagassy's ontbijt bestaat uit rijstepap met gerookt vlees. Dat laten wij voor wat het is en weten in ons beste Frans, wat inmiddels redelijk afgestoft is en we ons goed mee redden, een ei met brood te scoren voor maar liefst 60Cent. We hebben een toerist info gevonden waar we na het ontbijt heen gaan. We hebben namelijk een soort van reisplan, maar dat kan zo maar eens helemaal niet mogelijk zijn. En zo komt het dat we uiteindelijk eindigen bij plan c door taxiboten die niet op ons gehele traject gaan, onbegaanbare wegen, überhaupt geen weg en een trein die defect is en niet meer rijdt.Plan c is terug naar de hoofdstad, afgekort ook wel Tana genoemd.
We checken uit en staan om twaalf uur op het busstation voor de taxibrousse naar Tana. Ruim een uur later zijn alle stoelen in de bus verkocht en kunnen we gaan. Het wachten zijn we inmiddels wel gewend..er is genoeg te zien en beleven. We kopen een stokbrood voor 12 cent, die we "vers" houden in een sjaal. Plastic tasjes kennen ze hier gelukkig niet veel, goed voor het milieu natuurlijk, niet dat dat voor hen hier de grootste zorg is. Voor de Malagassy's is het namelijk een luxeproduct die een marktkraam niet gratis bij je koopwaar verstrekt. Zelf lopen ze allemaal met een gevlochten rieten mandje waar ze hun inkopen in doen.
Onderweg zwaaien en lachen de mensen vriendelijk als ze ons zien en roepen ze Waza!De tatoeage van Jiska is ook erg interessant, ze stoten elkaar aan en wijzen ernaar en in de bus vraagt een vrouw of ze het aan mag raken. We wisten na eerdere ervaringen dat voorin de bus zitten niet erg fijn blijkt te zitten. De middelste zitting is namelijk zeer hard waar je al vrij snel een slaapkont van krijgt. We proberen nu de stoelen erachter, maar ook die blijken geen succes door de weinige beenruimte wat we dachten op te vangen met de verhoging voor ons, maar die blijkt tijdens het rijden gloeiend heet te worden, evenals de vloer. Are we there yet?
Na drie uur rijden komen we kwart over vier uur aan op het busstation waar we eerder deze week vertrokken zijn. We proberen of we meteen door kunnen naar Antsirabe met de taxibrousse. Daarvoor moeten we naar een ander busstation. Na heftig onderhandelen met de taxichauffeur duwen we onszelf en onze tassen met veel moeite in een renault 4. De deur gaat niet goed dicht, ach dat kan er ook nog wel bij...De rit duurt 45 min door het centrum waarbij onze tassen nog het beste zitten. Als we een heuvel afgaan, schakelt de chauffeur steeds de motor af om benzine te besparen, waarbij hij hem soms niet meer aankrijgt. Hij wil vast een voorschot om wat te tanken. Onderweg brabbelt hij in het frans dat hij al het geld al vast wil, want anders wordt het afgepakt of gestolen. Hij doet vd bijrijdersstoel de deur op slot en het raampje dicht..security zegt ie. We kijken elkaar lichtelijk paniekerig aan, waar in vredesnaam gaan we heen? Ineens krijgen we discussie over het geldbedrag, schakelt hij een hulplijn in en krijgen wijvervolgens een telefoon in onze handen gedrukt met een dame aan de andere kant die verhaal komt halen. Ze is echter vrij snel overtuigd van ons verhaal.We raken steeds meer buiten het centrum, geen huisjes meer maar allemaal verkoopstalletjes. Ineens rennen aan beide kanten mannen met ons mee die aan de deur trekken. Die zit gelukkig op slot, via het raam proberen ze de deur te openen. Are we there yet?
We slaan rechtsaf en het lijkt wel een krottenwijk. Een zandweg met houten krotjes, waar ze eten verkopen, aan de andere kant staan taxibussen kriskros dicht op elkaar geparkeerd. We staan nog niet stil of we worden al uit de auto getrokken door een groep mannen die als een bijenzwerm als een bezetene op zijn honing afkomt. Are we dead yet?
De tassen zitten al in de busEn voor we het weten zijn wij ook al op de bus gezet. Tussendoor probeert de taxichauffeur nog steeds geld af te troggelen, maar als we uitleggen aan de busman hoeveel hij gehad heeft, bonjourt hij hem weg. Nu nog de onderhandelingen met de busmannen, die de prijs verdriedubbelen. Dat dus mooi niet.
We hebben een bus, al zitten we nog lang niet vol en we weten inmiddels wat dat betekent ook al beweert de busman dat we echt om half zes gaan rijden.
Tijd genoeg dus om even naar de wc te gaan. Een vd mannen loopt mee om de weg te wijzen. We gaan van links naar rechts kriskros door de bussen, tussen de krotjes door, schuifelend op een smal stuk langs een waterstroompje. Het toiletgebouw bestaat uit meerdere wc's, rechts voor de mannen, links voor de vrouwen. Voor een kaka betaal je 100 ariary en voor een pipi 50 ariary. Dat verschil wist ik van te voren niet en heb betaald voor kaka, terwijl ik een pipi moet. Omdat ik er toch al voor betaald heb en de geur overal hetzelfde is, ga ik voor de beleving naar een kaka toilet. Daar krijg ik meteen een goede indruk van de toiletgebruiken vd malagassy's. Tissues en wcpapier is natuurlijk te duur. De prullenmand ligt dan ook vol met vellen beschreven papier, mogelijk uit een (school)schrift en krantenknipsels. Ze hebben letterlijk schijt aan hun schoolwerk!
Tijdens het wachten in de bus kijken we onze ogen uit. Kijkend naar links, kijk je recht in het pipikanon van een man, die daarmee 50 ariary heeft bespaard..; )
Het is zeven uur als we uiteindelijk vertrekken en niet met een volle bus maar met een overvolle bus. Waar ze ineens vandaan komen, is een raadsel. Op een rij is echt maar plaats voor vier en dan zit je al dicht op elkaar. Maar toch komt er nog een vijfde tussen die met zijn heupen heen en weer wiegend zich nog er tussen nestelt en zo zitten we voor langer dan een uur klem. Er zijn overigens meer lege zitplaatsen bovenop de bus, waar namelijk een geheel bankstel op vastgebonden staat, die we in iedere bocht mee voelen bewegen. Are we there yet?
De muziek staat gezellig hard aan en menigeen zingt mee, uiteraard zingen wij ook fonetisch mee op deze fantastische malagassy gospel. Halleluja..
Onderweg stoppen we langs de weg voor een simpele, doch voedzame maaltijd, namelijk witte bonen met rijst waar wij als variatie rauwe, geraspte wortelsalade door heen roeren. Jammie, jammie...gelukkig verkopen ze ook blikjes bier!Om 23:00 rijden we het plaatsje binnen.
We vragen aan iemand naar ons hostel: "chez billy", wat direct een running gag wordt en "billy" ineens als een wave door de bus klinkt. We worden voor de deur afgezet. Alles zit met zware ijzeren luiken potdicht, is het wel een hostel? Door een smal achterdeurtje worden we binnengelaten en is er gelukkig nog een kamer vrij. Halleluja, het is elf uur savonds..we are in Antsirabe..
ksssst poespoes?
Om twee uur 's middags worden we wakker in antananarivo. Er blijkt geeen water te komen uit de kraan, dus de wc doortrekken is ook lastig. De eigenaresse weet ons te vertellen dat dat gewoon is. Tja soms valt de electriciteit uit, soms de wifi en soms heb je dus geen water. Misschien aan het eind vd dag. We nemen als lunch stokbrood met ei en het is al vijf uur als we een keer ons hostel verlaten. We zijn nog duf en lui vd reis. We lopen de straat op en komen direct in drukte van jewelste. Het stikt van de franse auto's, crèmekleurige renault 4 en 5 taxi's en 2cv's. Aan beide kanten is er markt. We lopen maar een straat in en dwalen tussen de mensen, scooters, verkopers. Aan beide kanten zitten vrouwen met vele kinderen hun koopwaar te slijten. Groenten, fruit, vlees en vis in de brandende zon, schoenen hangend aan touwtjes tentoongesteld en kleding. Een vrouw die schoenen verkoopt, wast een schoen in de goot waar nog net een klein plasje water staat. Het is ons eerste contact met de warmte, de felle zon. Muziek klinkt her en der, maar vooral geluiden van huilende kinderen, schreeuwende mensen en knetterende scooters maakt dat we binnen no time overprikkeld zijn. Dat maakt dat we snel de markt verlaten en een hotel induiken om vanaf het balkon het straatleven te aanschouwen. We zien geen andere toeristen op straat en hebben het gevoel dat we niet onopvallend door de straat kunnen lopen. We bestellen twee biertjes en krijgen ieder een fles van 0,65 liter, big, big bottle! We eten daar ook maar meteen wat en weten een vegetarische pizza en spaghetti te scoren. Rond acht uur lopen we terug. De marktkraampjes zijn weg, de straten leeg en verlaten en er is geen tot nauwelijks licht. We zien amper wat, maar gewapend met Melman en Marty stellen we ons gerust met de gedachte dat het ook donker is voor de ander en zij niet kunnen zien dat we toeristen zijn of geeft ons blanke huidje juist licht in het donker? Anyhow, we vinden luckily ons hostel en duiken om 22:00 al in bed tot de volgende dag de wekker ons om tien uur waarschuwt. Na een Frans ontbijt met stokbrood en jam checken we uit en gaan om 12:15 op pad. Gepropt met onze tassen in een renault 4, zitten wij opgebouwen als een ware mister Bean, waarbij Jiska met haar wang tegen het raam geplakt zit en suus krampachtig probeert het raam niet verder uit zijn sponning te drukken. We komen aan op het busstation en worden direct aangesproken door tientallen met de vraag of we taxi willen. Uit de chaos flteren wij de taxibrousse. Het locale taxibusje, waar we voor 2 euro pp mee naar moramanga gaan. Maar voordat het zover is, nog even naar de sterk naar amoniac ruikende franse toilet waar ze slechts een pipi appreciëren en geen ota :) en na nog even 800.000 ariary pinnen die we verkrijgen in 80 briefjes waardoor onze portemonnee niet meer dicht kan. We moeten een uur wachten voordat we vertrekken, want ze gaan pas als de bus vol zit.De tassen gaan bovenop en wij mogen voorin. De rit brengt ons langs vele rijstvelden, kleurrijke dorpjes, rode zanderige heuvels en kilo's schone was die langs de rivier ligt te drogen. De buschauffeur slaat beleefd onze Engelse drop af, terwijl mister mercifulljoy steeds maar weer een gesprek aan probeert te knopen. Na drie uur arriveren we in moramanga, waar we in een file terechtkomen van fietstaxi's. In het wervelend drukke centrum worden onze tassen al snel overgedragen via de ene malagassy naar de ander. Kopen we voor 60 cent pp een ticket naar andasibe. Onze plaatsen moeten we bereiken via de bijzittersstoel, klimmend over 3 andere medereizigers naar twee rijen erachter. De bus heeft zes rijen van drie stoelen, waarbij je op elke rij nog een ijzeren zitje kan uitklappen. Op onze rij zitten we met zijn zevenen, incl. 3 kinderen. Onderweg kijkt onze chauffeur, terwijl we stapvoets de berg opgaan, continue uit het raam hangend naar de onderkant vd bus. Raar? Na een half uur weten we waarom, als de bus met het geluid alsof de onderkant er compleet afscheurt tot stilstand komt. Paniek is leesbaar in de ogen van de vrouwen en kinderen, terwijl de mannen stoer hun mouwen opstropen, uitstappen, wildplassen, een sigaret roken en een man tot ieders geluk een nijptang tevoorschijn tovert. Na vijftien minuten kunnen we weer verder...om vijf minuten later wederom tot stilstand te komen. Het blijkt de uitlaat te zijn die slechts aan een ijzerdraadje vastgemaakt is. Tot ieders verbazing komen we toch nog op de plek van bestemming aan. Zelfs Gloria en Alex hebben de tocht op het dak overleefd. Het is 18:00. Van deur tot deur hebben we zes uur gedaan op een afstand van 150 km. Those indri's better be good!!
We hebben een kamer tegen de rand van het national rainforest aan, waar we hopelijk wakker gezongen worden door de indri (de grootste lemursoort) ook wel kind van 4 in een pandapak genoemd.Rond vijf uur is het hoge gezang van de indri's duidelijk hoorbaar. Ze zijn te horen van 2/3 km afstand. Verder horen we hanen, krekels en de zebu. Van genoeg slapen is het niet gekomen. We staan vroeg op en gewapend met water, muggenspray en twee vega sandwiches wandelen we 1,5 km naar het national park van andasibe. Entree is enkel met gids..wij worden gekoppeld aan Alange, die al vrij snel ons kennis laat maken met een slang, de boomboa. Het is warm en het zweet staat op onze rug terwijl we al struikelend over de boomwortels een glimp proberen op te vangen van de vele lemuren die hier rondslingeren. We gaan met onze gids met name offroad. Af en toe verdwijnt hij ineens in het woud ons wanhopig achterlatend en zittend op een boomstronk en hopen we toch maar vurig dat hij terugkomt. Gelukkig doet hij dat steeds met weer een nieuwe vonds. We zien de indri met baby, de safika (op een na grootste lemursoort) de bruine lemur, een vet bijzonder gecamoufleerde vogel en als klap op de vuurpijl ons favoriet de giraffekever. Hoe vet cool is die. Een rood lijfje met een uberlange zwarte nek. Na een wandeling van vier uur lopen we terug naar ons hostel, waar we onze tassen oppikken om vervolgens langs de weg te gaan zitten in de hoop dat het taxibusje ons oppikt. Daar zijn natuurlijk geen tijden voor, dus afwachten wanneer hij komt. Dit blijkt na een uur en kwartier een overvolle bus te zijn. Zo'n bus heeft zes rijen van drie stoelen a 30 cm breed. Op elke rij kun je nog een stoeltje uitklappen. Dus zeg maar plaats voor 24 man. We zijn nu met 34. De achterdeur staat open, waar nog drie man uit hangt. De muziek staat hard aan en daar gaan we terug naar moramanga. Daar aangekomen stappen we uit en worden we direct aangesproken met ksssst, poespoes?! Ehhhhh, wat? De vraag is of we een pouspous willlen, de fietstaxi. Die jongen weet niet waar hij aan begint met onze twee backpacks, hij steunt, zucht en kreunt en fietst zich een slag in de rondte. Dat zelfs twee keer, omdat het eerste hostel vol zit. Van de hoteldame moet hij ons ook voor minder geld verder brengen...hihi.
Het is tijd om te eten nadat we een toerist info hebben bezocht. Reizen is nl best een uitdaging en wat je bedenkt in theorie blijkt in de praktijk vaak niet mogelijk. Om ergens te komen moet je best lang reizen, maar vooralsnog lukt het ons op de local way. Op weg naar iets eetbaars moeten we verdomd goed uitkijken waar je loopt. Want zo ontbreekt er regelmatig een gehele tegel waardoor je zo een halve meter lager in een gat terecht komt. Hoe druk, chaotisch en rumoerig overdag het is zo rustig, donker, gesloten alles is vanaf zeven uur. Voor vanavond niet erg want we duiken er ook vroeg in op deze donderdagavond.